
taat op een verjaardag, vertelt trots over je nieuwe elektrische auto, en dan is er altijd de onvermijdelijke vraag van een familielid: “Leuk en aardig zo’n stekkerauto, maar je kunt toch nergens fatsoenlijk laden?” Het is een hardnekkige mythe rondom elektrisch rijden. Maar klopt het ook? Laten we deze vakkundig ontrafelen.
De kern van de misvatting zit in een verkeerde vergelijking. We zijn gewend te denken vanuit de logica van een brandstofauto: tank bijna leeg, dus op zoek naar een pomp. Voor een EV-rijder is die realiteit fundamenteel anders. Je verwacht toch ook geen eigen benzinepomp voor de deur? Precies. De vergelijking gaat mank omdat het laadpatroon totaal anders is.
Uit cijfers van de ANWB en diverse onderzoeksbureaus blijkt dat zo’n 80 tot 90 procent van alle laadsessies thuis of op het werk plaatsvindt. De openbare laadpaal is voor de meeste EV-rijders niet de standaard, maar de uitzondering.
Het dagelijks leven: opladen terwijl je leeft
Laten we het praktisch maken. Voor je dagelijkse kilometers zijn er grofweg twee scenario’s:
- Je hebt een eigen oprit of parkeerplek: Gefeliciteerd, voor jou is laadstress een theoretisch concept. Je komt thuis, plugt de auto in en de volgende ochtend begin je met een volle accu. Een openbare laadpaal bezoek je waarschijnlijk net zo vaak als een postkantoor: zelden tot nooit.
- Je bent afhankelijk van een straatlader: Oké, dit vraagt om een kleine aanpassing in je routine, maar het is verre van onmogelijk. Met een moderne EV die een realistische actieradius van 350-450 kilometer heeft, hoef je vaak maar één keer per week te laden. Dat kan prima een avond of een nachtje aan de paal in de buurt, of tijdens de wekelijkse boodschappen bij een supermarkt met laadfaciliteiten. Het wordt een nieuwe gewoonte, geen dagelijkse last.
Op reis door Europa: laad-angst is verleden tijd
“Maar hoe zit het dan met vakanties?” hoor ik je denken. Dit is waar het échte goede nieuws zit. De angst om stil te vallen in het buitenland is, zeker in West-Europa, achterhaald.
Ik kan het beamen uit eigen ervaring. Op recente ritten naar zowel Bordeaux in Frankrijk als naar Hamburg in Duitsland was het beeld identiek: op vrijwel elke grote parkeerplaats langs de snelweg stonden rijen met snelladers van aanbieders als Ionity, Fastned, Allego en Tesla (die hun netwerk steeds vaker openstellen). In de parkeergarages in de steden zelf was het aanbod aan reguliere laadpunten eveneens ruim voldoende. Volgens de meest recente data van het European Alternative Fuels Observatory (EAFO) is dit de top 10 van landen met de meeste publieke laadpunten.
- Nederland: Totaal circa 175.000 (AC-laders: ~168.000 / DC-snelladers: ~7.000)
- Duitsland: Totaal circa 160.000 (AC-laders: ~135.000 / DC-snelladers: ~25.000)
- Frankrijk: Totaal circa 155.000 (AC-laders: ~130.000 / DC-snelladers: ~25.000)
- Verenigd Koninkrijk: Totaal circa 80.000 (AC-laders: ~68.000 / DC-snelladers: ~12.000)
- Italië: Totaal circa 65.000 (AC-laders: ~50.000 / DC-snelladers: ~15.000)
- België: Totaal circa 60.000 (AC-laders: ~55.000 / DC-snelladers: ~5.000)
- Spanje: Totaal circa 55.000 (AC-laders: ~45.000 / DC-snelladers: ~10.000)
- Zweden: Totaal circa 45.000 (AC-laders: ~38.000 / DC-snelladers: ~7.000)
- Noorwegen: Totaal circa 35.000 (AC-laders: ~25.000 / DC-snelladers: ~10.000)
- Oostenrijk: Totaal circa 30.000 (AC-laders: ~24.000 / DC-snelladers: ~6.000)
Wat je hier ziet, is veelzeggend. Nederland is de onbetwiste kampioen in het aantal reguliere AC-laders, ideaal voor het ‘nachtje laden’ in woonwijken. Maar kijk je naar de DC-snelladers – essentieel voor onderweg – dan zie je dat Duitsland en Frankrijk de absolute grootmachten zijn. Zij hebben samen een gigantisch netwerk van snelladers langs de snelwegen gebouwd. En Noorwegen, hoewel lager in totaal aantal, heeft een indrukwekkend hoog percentage snelladers voor zijn inwoners.
Natuurlijk blijft de kanttekening: rij je diep de Spaanse binnenlanden in of plan je een rondreis door de Balkan, dan is het een ander verhaal. Daar is het netwerk dunner en is vooruit plannen met een tool als ‘A Better Routeplanner’ geen luxe, maar noodzaak.
Conclusie: munitie voor de volgende verjaardag
De mythe van een structureel laadpaaltekort is dus, voor de meeste Nederlandse EV-rijders, onjuist. Het is gebaseerd op een verouderde manier van denken en een gebrek aan kennis over de daadwerkelijke laadpraktijk.
Dus, de volgende keer dat je op die verjaardag staat, heb je je antwoord met cijfers en al klaar:
- Je denkt verkeerd: We hebben geen eigen pomp nodig, want we laden vooral thuis.
- Dagelijks is het geen issue: Met een moderne EV laad je misschien maar één keer per week.
- Vakanties in West-Europa zijn zorgeloos: De top 3 landen – Nederland, Duitsland en Frankrijk – hebben samen al bijna een half miljoen laadpunten. Voor snelladen onderweg zijn Duitsland en Frankrijk de absolute koplopers.
De realiteit is een stuk zonniger dan de mythe doet geloven. De vraag is niet langer of je kunt laden, maar simpelweg waar je je volgende kop koffie drinkt terwijl de auto in een kwartiertje weer honderden kilometers bereik erbij krijgt.
Bron: Middendorp, R. (2025, 20 juli). EV-Mythe ontrafeld: “Er zijn veel te weinig laadpalen!” (en waarom dat niet klopt). Bright. https://www.bright.nl/nieuws/1311919/ev-mythe-ontrafeld-er-zijn-veel-te-weinig-laadpalen-en-waarom-dat-niet-klopt.html bright.nl+6bright.nl+6